|
|||||
Eigenaar | Taal | Status | |||
Laurens Eykelkamp (Administrator) | Nederlands | Published | |||
1 | Inleiding | |||
2 | Gebruik van de NEN2991 modus | |||
2.1 | Werkvoorbereiding | |||
2.2 | Risicobeoordeling uitvoeren op locatie | |||
2.3 | Rapportages aanmaken van de risicobeoordeling | |||
3 | NEN2991 module actief maken en configureren | |||
3.1 | NEN2991 module actief maken | |||
3.2 | Interpretatie resultaten lucht- en kleefmonsters | |||
3.3 | Eisen laboratorium | |||
4 | Voorbeeldrapport | |||
Dit document is bedoeld voor geregistreerde gebruikers van het bovenstaande product. De inhoud van dit document wordt u as-is aangeboden. Groome Computer Services is niet verantwoordenlijk voor het gebruik van de informatie uit dit document. |
De NEN2991 module van ProBIS Asbest 2014 Plus is een add-on op de basisversie van het pakket. het biedt de mogelijkheid om een risicobeoordeling voor asbest vast te leggen en te rapporteren. De module is te activeren door contact op te nemen met de helpdesk van GCS. |
De module is uitsluitend te gebruiken als deze actief is gemaakt voor uw organisatie. U kunt dit controleren door in Werkvoorbereiding te kijken naar de instellingen van de licentie. Klik hiervoor menuoptie 'Configuratie' en dan 'Licentie'. Bij de active modi moet dan 'NEN2991 modus' zijn vermeld. |
Nadat u het systeem correct geconfigureerd en de module actief hebt, kunt u Werkvoorbereiding een NEN2991 risicoinventarisatie project starten. Maak hiervoor op de bekende manier een nieuw project aan, maar kies nu voor een NEN2991 onderzoeksopzet: |
Indien u op de locatie bent gearriveerd en het project hebt ingelezen op u tablet, kunt u deze openen in ProBIS Asbest Inventarisatie. De werking van het systeem is er op gebaseerd dat u voor de 'Ruimte' de plek aangeeft waar u de kleefmonsters en eventuele luchtmonsters plaats toe wilt gaan passen. De ruimte hoeft, zoals bekend uit de inventarisatiemodus, niet fysiek een ruimte te zijn, maar mag bijvoorbeeld ook een deel van een ruimte en een hele woning of zoiets zijn. Nadat u de ruimte op de bekende manier hebt toegevoegd, ziet u het volgende scherm in beeld komen: In de NEN2991 modus ziet u hier extra de velden 'Visuele waarnemingen' en 'Potentieel risico' verschijnen. Hiermee kunt u de resultaten van de visuele inspectie van de ruimte invoeren. Mocht u nu monsters nemen van deze ruimte dan kunt u die registreren door de 'Monstertype toevoegen' button te klikken. Er wordt dan een keuze geboden uit type kleefmonsters of type luchtmonsters: Indien u nu kiest voor Kleefmonsters, verschijnt het volgende scherm voor de invoer van de gegevens hiervan: Voer de algemene gegevens en leg vast met 'Vastleggen'. Zie dat er onder de ruimte een item verschijnt met de term 'Kleefmonsters'. Voor dit item kunt u nu ook de kleefmonsters definiëren. Wissel daarvoor naar het tabje 'Monsters'. Voeg dan monsters toe door de daarvoor beschikbare button te gebruiken. Na het klikken verschijnt het volgende scherm in beeld: De autonummering wordt gebruikt en u kunt meerdere monsters gelijktijdig toevoegen door het aantal te verhogen. Zie dat het 'Type monster' hier niet gewijzigd kan worden! Nadat u voor een ruimte de kleefmonsters heeft gedefinieerd, kunt u er ook voor kiezen om nog luchtmonsters toe te voegen. Selecteer daarvoor de betreffende ruimte in het overzicht en klik weer op 'Monstertype toevoegen'. Het tussenscherm wordt nu niet meer weergegeven, omdat u alleen een item Kleefmonsters en een item Luchtmonsters onder een ruimte aan kunt laten maken. Er wordt nu dus automatisch een item Luchtmonsters aangemaakt. Ook hiervoor kunt u weer de algemene gegevens toevoegen en vervolgens wisselen naar het tabje 'Monsters' om de luchtmonsters te gaan definiëren voor de ruimte. Voegt u nu een luchtmonster toe, dan verschijnt het volgende invoerscherm in beeld: Ook hier ziet u dat het 'Type monster' is vastgezet op 'Luchtmonsters'. Belangrijk voor luchtmonsters is echter dat u ook de start- en eindtijd van de bemonstering en het bemonsterd volume aangeeft. Hiermee worden de resultaten van de analyses door het laboratorium gecalculeerd. Mocht u de gegevens nog niet exact beschikbaar hebben, dan kunt u het monster gewoon alvast toevoegen. Vanuit het overzicht van monsters kunt u dan later op 'Details' klikken. Het volgende scherm verschijnt dan in beeld: Hier kunt u alsnog de gegevens aanpassen. Nadat u alle ruimten heb behandeld en alle metingen hebt uitgevoerd en ingevoerd in het systeem, kunt u het project afronden met het doen van de aanmelding naar het laboratorium. Klik hiervoor op 'Analyseopdrachten' en vervolgens op de button om een opdracht aan te maken. Het aanmaken van een labopdracht gebeurt op dezelfde manier als bekend uit de Inventarisatie modus. Afsluitend sluit u het project en stuurt u de gegevens terug naar kantoor voor verder afhandelen. |
Nadat de gegevens door de inspecteur zijn teruggestuurd naar kantoor, kunt u deze naar wens nog bewerken in Werkvoorbereiding. Is het veldwerk van de risicobeoordeling afgerond, dan kunt u de rapportage aan gaan maken. Start ProBIS Asbest Rapportage en klik in het hoofdscherm op de button voor het toevoegen van een project. Selecteer nu, op de bekende manier, het databestand voor het project. Het rapportageproject wordt nu aangemaakt met behulp van de gegevens van de uitgevoerde risicobeoordeling in het veld. Zoals u ziet is de opmaak van Rapportage ook anders doordat het een NEN2991 onderzoek betreft: U kunt nu de rapportage afmaken door de velden te doorlopen en aanvullend in te vullen of te corrigeren. Heeft u alles ingevuld dan klikt u de button om het rapport te laten genereren. |
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de NEN2991 module actief wordt gemaakt en hoe deze te configureren is. |
De NEN2991 module is een optie op de ProBIS Asbest software (versie 3.6.6 en later). U kunt deze module actief krijgen door contact op te nemen met de afdeling verkoop van Groome Computer Services. U kunt controleren of u gebruik maakt van de NEN2991 module door in Werkvoorbereiding te kijken naar Configuratie en Licentie. Bij de active modi moet dan 'NEN2991 modus' zijn vermeld. De werking is gebaseerd op een extra keuze in de onderzoeksopzet, zoals al eerder beschreven in dit document. U dient handmatig de volgende sectie toe te voegen aan het bestand OnderzoeksOpzet.ini dat u kunt vinden in de centrale configuratiemap van uw systeem. Open het bestand in Kladblok en voeg aan het einde de volgende tekst toe: [Plan5]
UniqueID=NEN2991 Type= Description=NEN2991 onderzoek ShortDescription=NEN2991 Overview=NEN2991 Pre2017=0 UseForAddress=1 UseForComplex=0 Norm=NEN2991 Default=0 NEN2991=1 ShowHide=ShowHide_NEN2991.ini ShowHideRapportage=ShowHideRapportage_NEN2991.ini TranslationINV=ProBIS_Asbest_Inventarisatie_translation_NEN2991.dat TranslationRAP=ProBIS_Asbest_Rapportage_translation_NEN2991.dat TranslationRAPMOD=Asbestrp_NEN2991.tra OwnForm1=EIGENFORMULIER_NEN2991BeoordelingBeschikbareGegevens.INI OwnForm2=EIGENFORMULIER_NEN2991Omgevingomstandigheden.ini ReikwijdteFile=ReikwijdteNEN2991.DAT AanleidingFile=Aanleiding_NEN2991.dat Let op: in [Plan5] zit het volgnummer 5 verwerkt. Deze moet echter aansluiten op de volgnummers die al in gebruik zijn in uw OnderzoeksOpzet.ini bestand! De volgende bestanden moeten nieuw in uw config centraal map geplaatst worden:
De volgende bestanden moeten handmatig aan uw bestaande configuratiebestanden worden toegevoegd of gewijzigd:
U kunt deze verkrijgen via de GCS Helpdesk. Denk er aan dat na het bijwerken van uw systeem op kantoor deze configuratiebestanden ook overgezet moeten worden naar de tablets via de daarvoor bestemde menuopties onder Configuratie in Werkvoorbereiding! In het bestand AfmetingenRuimte.dat mag nu via een tweede rubriek een getalwaarde of < aangegeven worden. Deze waarde wordt gebruikt om het verplicht aantal monsters aan te kunnen geven. Om uw bestaande AfmetingenRuimte.dat niet te overschrijven moet u dit handmatig toevoegen. Zie hier voor meer informatie: http://groomecs.nl/DOCU/ViewDocument.php?D_ID=3#46 Let op! Voor asbest inventarisaties wordt na het aanmaken van een rapportage de blootstellingregistratie weggeschreven. Dit gebeurt standaard ook voor de NEN2991 onderzoeken. U heeft echter de mogelijkheid de export bij NEN2991 onderzoeken te voorkomen door een instelling in ConfigAlgemeen.ini door te voeren. De sleutel 'BlootstellingsregistratieVoorNEN2991' onder de sectie [General] moet dan op de waarde 0 ingesteld worden. |
U dient er rekening mee te houden dat tijdens het rapporteren voor de overzichten van genomen monsters, interpretatie van analyseresultaten voor lucht- en kleefmonsters plaats zal vinden. Tevens is het voor luchtmonsters van belang dat de BI berekend wordt. Zie onderstaand voorbeeld van tabellen in het Word document: Voor beide tabellen kan het scriptcommando GENOMENMONSTERS1 gebruikt worden. Voor luchtmonsters is er een extra tabel met Chrysotiel en een extra tabel met Amfibool waarden opgenomen. Via het scriptcommando is aan te geven welk analyseresultaat in de kolom getoond moet worden. De BI kan berekend worden uit deze twee waarden. Zie voor meer informatie over het scriptcommando en de methode voor het interpreteren van de resultaten http://www.groomecs.nl/DOCU/ShowScriptCommands.php?SI_ID=85 |
Voor het laboratorium geldt dat het aanbodbestand versie 1.3.0 moet ondersteunen! |
Klik de volgende link om het voorbeeldrapport van de NEN2991 te bekijken: Voorbeeld_GCS_NEN2991.pdf
|