GCS Server: configuratie Service en werking van de uitwisseling

Eigenaar Taal Status
Laurens Eykelkamp (Administrator) Nederlands Final
Dit document beschrijft hoe de speciale Windows Service versie van GCS Server geïnstalleerde en actief gemaakt kan worden. Deze versie wordt in dit document wel GCS Server Communicatie of Service genoemd in tegenstelling tot de GCS Server Planning waarbij er een user interface met een gebruiker is. Beide versies (communicatie en planning) werken wel samen omdat bijvoorbeeld uit te voeren inspecties klaargezet moeten worden vanuit de planning modus en de voortgang van communicatie door de planning modus getoond kan worden.
 

   Inhoudsopgave

  1 GCS Server Service installatie
  1.1 Rechten
  1.2 Bekende problemen
  1 Informatie over proces van opstarten
  1.4 Installeren van de Service
  1.5 Eigenschappen Service instellen
  1.6 Starten van de Service
  1.7 Verwijderen van een Service
  1.8 Instellingen Firewall aanpassen
  1.9 IP adres computer waar service draait en hoe het programma deze gebruikt
  1.10 Communicatie met GCS server van buiten het kantoornetwerk.
 
Dit document is bedoeld voor geregistreerde gebruikers van het bovenstaande product. De inhoud van dit document wordt u as-is aangeboden. Groome Computer Services is niet verantwoordenlijk voor het gebruik van de informatie uit dit document.

1 GCS Server Service installatie


  In dit hoofdstuk wordt de installatie van GCS Server Service nader behandeld.

1.1 Rechten


  Zorg ervoor dat de gebruiker die in de Service is aangegeven de juiste rechten heeft op alle folders die gebruikt worden in de configuratiebestanden.
Services worden vaak opgestart onder een andere account dan de Form-applicatie waardoor de Form - applicatie vaak wel werkt terwijl de Service moeilijker opstart.

1.2 Bekende problemen


 

Onderstaand zijn een aantal opgetreden problemen weergegeven:

  • Een service moet altijd op de C: schijf van de computer komen te staan waar het op moet gaan draaien. Dit kan dan een PC zijn die altijd aanstaat of een server computer. Op een NAS kan het dus niet geïnstalleerd zijn! De data kan dan weggeschreven worden naar het netwerk of de NAS, echter moet dan in het algemeen wel de UNC paden worden gebruikt.

  • Bij een installatie van de Service op een gewone PC binnen een bedrijf dat een NAS gebruikt, kan het zijn dat de toegang tot de NAS via UNC paden alleen werkt als de eigenschappen onder 'Aanmelden' bij de eigenschappen van de Service niet op de locale account maar op de admin account werden ingesteld. Hou er rekening mee dat dit een account moet zijn waarvan het wachtwoord niet telkens veranderd moet worden, omdat na verandering van het wachtwoord de service niet meer zal opstarten. Het geeft daar geen melding oid van dus daar komt men pas achter omdat het niet meer werkt.

  • In bepaalde situaties moet de firewall handmatig ingesteld worden op de service. Dit is vooral het geval als ook de Form applicatie op de PC gedraaid is, deze zal de aanpassing zelf voorstellen en de aanpassing wordt dan automatisch gedaan door Windows. Dit is echter niet voldoende om de service dan ook zonder problemen te laten communiceren! Handmatige aanpassing van de firewall is dan meestal nodig.

  • Het blijkt dat voor het wegschrijven van gegevens naar de Windows Logboeken, de 'Windows Event Log' service moet draaien. Staat deze niet aan dan lukt het GCS Server niet om op te starten. Meld dit aan systeembeheer! Symptomen: GCS Server Service start niet op en bij controle blijken de Windows logboeken een fout te geven dat ze niet kan draaien.

  • Zorg dat de rechten voor de account die wordt gebruikt door de service voldoende zijn. De account voor de service wijkt in bepaalde gevallen af van de standaard account en heeft daardoor ook vaak minder rechten voor bijvoorbeeld de locatie waar weggeschreven moet worden

  • De firewall en virusscanner kan na een update soms er voor zorgen dat de communicatie van grotere inspecties niet correct verloopt en door het wegvallen van de verbinding wordt afgebroken. Los dit op door de virusscanner tijdelijk uit te schakelen, de communicatie te testen en daarna de instellingen in te schakelen.

  • Afhankelijk van uw systeemconfiguratie kan het voorkomen dat het IP adres van de server of de PC waarop de service draait veranderd. De configuratie van GCS Server is dan niet meer voldoende om goed te kunnen werken. Dit uit zich in het feit dat de service niet goed meer opgestart kan worden. Controleer of laat uw systeembeheerder controleren wat het IP adres van de PC is en kijk in GCSServer.ini welke waarde daar in geconfigureerd is. Pas deze zo nodig aan in het bestand en zorg dat de service weer correct opstart. Controleer op de veldcomputers in het configuratiescherm of het juiste adres is geconfigureerd

  • Er is een situatie bekend waarbij de communicatie niet werkte omdat er in de Nick name op de tablet een 'vreemd' onzichtbaar karakter in het tekstveld terecht was gekomen. De fout die tot de oplossing hiervan leidde was 'Ongeldig karakter in pad' in de LOG file direct na 'verwijder OPD'. De naam volledig verwijderen in Inventarisatie en dan opnieuw invoeren loste het probleem op

  • Bij een directe foutmelding dat een stuurgegevens opdracht niet verwerkt wordt kan het zijn dat de juiste .NET versie mist (3.5). Installeer deze zonodig via Windows

 

1 Informatie over proces van opstarten


 

Het opstarten van services is een proces dat op de achtergrond wordt uitgevoerd en weinig meldingen aan de gebruiker geeft. Om toch te kunnen achterhalen waar eventuele fouten optreden, heeft GCS Server een uitgebreide logging van de werking. Deze logging vindt niet alleen plaatst tijdens de normale werking van het programma, maar ook tijdens het opstarten van de service wordt informatie over het proces weggeschreven. Uit deze data kunnen eventuele fouten worden achterhaald.

Hoe werkt het? In eerste instantie is het van belang dat u vaststelt waar de service is geinstelleerd. U kunt dit doen door vanuit het Services scherm van Windows de eigenschappen van GCS Server Service te bekijken.

                   

Opent u nu deze map dan zult u naast de programmabestanden ook een bestand met de naam GCSService.ini zien staan. In dit bestand (te openen met kladblok) staat weergegeven waar het te gebruiken configuratiebestand voor GCS Server is te vinden:

                   

In dit geval dus "C:\apps\LRS Server\Config". Kijkt u nu in deze map, dan ziet u hier het bestand "GCS Server.ini" staan, dit is het configuratiebestand van GCS Server. Opent u dit bestand dan kunt u hier, voor nu belangrijk, de locatie van de LOG files uit ophalen, bijvoorbeeld:
                Log_files=c:\apps\LRS Server\Log\

Op het moment dat de service wordt opgestart, gaat GCS Server eerst een aantal items wegschrijven in het Windows Logboek:

                   

Dit is dus de eerste 'basic' logging.

Als het systeem op een punt is gekomen dat locale schijven beschikbaar zijn, dan zal het systeem overschakelen naar het schrijven van log gegevens naar GCSSERVER.LOG. Dit is dus de tweede stap van de logging. Dit bestand is te vinden is in de map waarin ook het configuratiebestand "GCS Server.ini" aanwezig is. In ons voorbeeld is dit dus "C:\apps\LRS Server\Config". 

Nog wat later in de opstart cyclus wordt dan de definitieve log bestand gestart. Dit is dus de derde stap in de logging. Dit log bestand blijft ook de hele sessie van het programma actief en registreert alle handelingen die GCS Server uitvoerd. Het bestand wordt aangemaakt in de map zoals weergegeven onder 'Log_files' van "GCS Server.ini".

Als er nu een fout op treedt bij het opstarten van GCS Server als service, dan dient u de loggings in omgekeerde volgorde te bestuderen. bekijk dus eerst of de definitieve log van stap 3 wordt aangemaakt. Is dit het geval, bestudeer dan de gegevens in deze log om een oorzaak van het probleem te vinden. Wordt dit bestand niet aangemaakt of is er geen oorzaak uit op te maken, dan bekijkt u het bestand GCSServer.log uit stap 2 van de logging. In laatste instantie kun u dan nog de Windows logboeken gaan bekijken.

1.4 Installeren van de Service


 

Onderstaand is beschreven hoe de GCS Server Service gefinetuned kan worden. Indien u alleen de service actief wilt maken kunt u deze rechtstreeks installeren door de hiervoor bedoelde setup te gebruiken. U kunt deze vinden onder:


Door deze setup wordt de service ook toegevoegd aan de Windows installatie! Na de installatie kunt u vervolgens onderstaande stappen doorlopen, controleren en eventueel wijzigen.

Zorg dat de commandline parameter wordt aangemaakt door het bestand GCSService.ini aan te maken in deze programmamap. Uit deze INI file wordt de commandline parameters ingelezen uit de sectie [General] de sleutel Commandline=. De INI kan er dan als volgt uitzien:

      [General]
      CommandLine=-S \\gcssbs001\Distribu\Temp\LRS Server\Config[ModeActive]PocketLRS=1BST=0Asbest=0XMLEnria=0

Waarin de -S geen functie heeft maar wel opgenomen moet worden voor een correcte werking door het programma. De rest van de commandline verwijst naar de configuratiemap, gebruik zo nodig de UNC paden in de verwijzing.

In GCSService.ini moet ook een sectie [ModeActive] aanwezig is waarmee aangegeven moet worden welke van de 3 potentiele modi ook daadwerkelijk gebruikt moeten worden. Reden hiervoor is dat afhankelijk van de actieve modus de geconfigureerde mappen worden gecontroleerd. Het bestand kan er als volgt uitzien:

      [ModeActive]
      PocketLRS=1
      BST=0
      Asbest=0

waarbij een 1 aangeeft dat de modus actief is en een 0 dat de modus niet actief is. Er zal altijd tenminste één modus actief moeten zijn!

Indien de service niet correct is aangemaakt tijdens de installatie via de hierboven genoemde setup, dan kan de service ook handmatig geinstalleerd worden. Installeer de Service dan met behulp van INSTSRV.EXE. Indien deze niet beschikbaar is kan het verkregen worden via de GCS Helpdesk (S:\SOURCES\Externe tools\INSSRV). Start de DOS box en blader zo nodig naar de GCS map waarin INSTSRV aanwezig is. Type in:

      INSTSRV Servicenaam folder+naam

Bijvoorbeeld:

      INSTSRV GCSServerService "C:\FileServer\Distribu\Temp\LRS Server\Program\GCS Server.exe"

Let op de " tekens voor de verwijzing naar de executable! Het 2e item is de naam van de service, gebruik hierin geen & teken. Let ook op het feit dat de exe moet verwijzen naar de locatie op de locale schijf en NIET via een netwerkschijf!
(NOOT: soms is het nodig om deze met de rechtermuisknop te openen 'Als administrator' om rechten problemen te voorkomen! Ga hiervoor naar Start en Accesoires en klik 'Command Prompt' met de rechter muisknop aan)

De Service wordt nu geïnstalleerd:

                   

1.5 Eigenschappen Service instellen


 

Na de installatie kan via het configuratiescherm het scherm met Services worden getoond:
                   

De zojuist geïnstalleerde service is hier nu beschikbaar. Selecteer de eigenschappen voor de Service:

                   

Op het eerste tabblad, kies het gewenste 'Opstarttype'. Hou er rekening mee dat de keuze 'Automatisch' inhoudt dat bij het herstarten van de server het programma ook vanzelf gestart wordt. Bij testen is het beter om voor 'Handmatig' te kiezen.

Klik vervolgens het tabblad 'Aanmelden'.

                   

Selecteer de optie 'Deze account' en klik op 'Bladeren':

                   

Kies de gewenste objecttypen door de button te klikken. Klik vervolgens op 'Locaties' en blader naar het gewenste netwerk, voor ons GCSNET.local. Type als naam 'Laurens' in en kies 'Namen controleren'. Het scherm veranderd dan automatisch:


                   

Klik OK. Voer nu het wachtwoord in

                   


Let op: je kunt ook een Account naam gebruiken die ongelijk is aan de account waarmee je bent ingelogd. Zorg er dan wel voor dat deze account ook voldoende rechten heeft om bestanden te verwijderen en te veranderen! Pas dit zo nodig aan.

LET OP: dit kan ook anders! Om bijvoorbeeld als een network service te laten draaien moet er komen te staan:

                   

En voor het draaien als Administrator:

                   

Ga naar het tabblad 'Systeemherstel'

                   

Geef hier aan wat er bij fouten moet gebeuren

                   

Sluit het scherm af met OK. Keer terug naar het scherm met de Services.


1.6 Starten van de Service


  Na de installatie kan via het configuratiescherm het scherm met Services worden getoond:

                   

Een geinstalleerde service kan handmatig gestart worden door op 'Starten' te klikken. Indien als opstarttype 'Automatisch' is gekozen, dan zal het programma bij een Reboot van de server of bij onjuist afsluiten automatisch worden herstart.

1.7 Verwijderen van een Service


 

Voor het verwijderen van een Service kan INSTSRV gebruikt worden. Zorg er vooraf wel voor dat de Service is gestopt, anders kan het niet verwijderd worden. Hoe het stoppen van een Service moet, wordt in de betreffende hoofdstukken van dit document beschreven.

Gebruik voor het verwijderen de syntax:

      INSTSRV Servicenaam REMOVE

Bijvoorbeeld:

      INSTSRV GCSServerService REMOVE

De Service wordt dan verwijderd:

                       

Lees ook goed de aandachtspunten onder het toevoegen van een service eerder in dit document!

1.8 Instellingen Firewall aanpassen


 

Gebleken is dat bij het starten van de Windows Form application in de meeste gevallen automatisch een aanpassing aan de Firewall wordt gedaan. Dit gebeurt voor de Service waarschijnlijk niet!

Controleer dus bij communicatieproblemen de instellingen van de Firewall en voeg zo nodig een programma toe.

1.9 IP adres computer waar service draait en hoe het programma deze gebruikt


 

Aangezien er bij de instellingen van uit wordt gegaan dat de computer waar de service draait een vast IP adres heeft, dient er tijdens de installatie aandacht besteed te worden aan de DHCP Server die binnen het bedrijf actief is in het netwerk of op routers. Is er een DHCP server actief dan worden periodiek andere IP adressen uitgegeven en klopt het vast geconfigureerde IP adres dus niet meer.

Er moet dus voor gezorgd worden dat de computer waar de Service draait een vastgesteld IP-adres krijgt. Normaal gesproken kan dit op de volgende 2 manieren gedaan worden: 

  1. Via de router (er voor zorgen dat een specifieke MAC een specifiek IP-adres krijgt)
  2. Een vast IP-Adres instellen voor de betreffende PC

Gebruik van IP adres door het programma

Bij het opstarten van GCS Server wordt het te gebruiken IP adres eerst bepaalt uit de beschikbare lijst met IP adressen op het systeem. Vervolgens wordt het uitgelezen uit GCSServer.ini:
      [TCP/IP]
      PPC_Server_IP=

Hierbij wordt de automatisch bepaalde waarde als default aangehouden. Is er dus nog geen IP geconfigureerd dan is de automatisch aangemaakte actief. Tenslotte wordt dan het IP adres gebruikt om het uitluisteren van de verbinding op te zetten

Geadviseerde poortnummers voor PPC en FTP 

Geadviseerd wordt om poortnummer 5130 te gebruiken voor de PPC_port instelling. Daarnaast moeten er 1 of meerdere poorten ingesteld voor FTP_port en FTP_port_flex_{nr}. {nr} is hier een volgnummer van 0 en hoger. Deze FTP poorten kunnen het beste in de range 5121 tot 5129 vallen. Mogelijk moeten hiervoor poorten in uw router en firewall opengezet worden door systeembeheer!

1.10 Communicatie met GCS server van buiten het kantoornetwerk.


 

Het is mogelijk om vanaf een tablet met GCS Server te communiceren vanaf een locatie buiten het eigen (kantoor)netwerk. Hiervoor dient de tablet wel een eigen internetverbinding te hebben. Dit kan met b.v. wifi of met de smartphone die dient als hotspot.

 

Om deze externe communicatie mogelijk te maken moet de configuratie van de router waarmee het kantoor aan internet verbonden is aangepast worden. Er moet een zogenaamde NAT-regel worden aangemaakt. Deze NAT-regel maakt het mogelijk om de berichten van de tablet om te leiden naar de computer waarop GCS Server draait. Omdat er een groot aantal verschillende routers in gebruik zijn, en het aanmaken van een dergelijke NAT-regel voor elke router anders gaat, is het niet mogelijk om op deze plaats dieper in te gaan op het configureren van uw specifieke router. Wij adviseren u om hiervoor contact op te nemen met uw systeembeheerder of de gebruiksaanwijzing van uw router te raadplegen.

De informatie die uw systeembeheerder nodig heeft voor het aanpassen van de configuratie van de router is:

  • Het interne IP-adres van de computer (server/desktop) waarop de GCS Server service is geïnstalleerd;
  • De poort instellingen waarmee de GCS Server service is geconfigureerd. Dit is te vinden in het bestand GCSServer.ini bij het onderdeel [TCP/IP].

Hiermee kan de router ingesteld worden en zal een IP adres voor externe toegang aan u worden overgedragen.

 

Om daadwerkelijk van buiten uw kantoornetwerk te kunnen communiceren zal op de tablet dit externe IP adres in de configuratie ingesteld moeten worden. Start hiervoor de inspectiesoftware op de tablet op en ga naar het configuratiescherm. Kies het Communicatie tabblad. Vul bij “Server IP” het externe IP-adres in. Klik op OK.

Extra: mocht u een domein verwijzing naar dit externe IP-adres hebben, dan kun hier ook deze verwijzing opgeven, bijvoorbeeld remote.bedrijfnaam.nl. Uw systeembeheerder zal u daarover informeren.

Voor deze configuratie geldt wel dat het externe IP-adres ook benaderbaar moet zijn vanaf het kantoornetwerk. Sommige routers staan dit niet toe.  Is dit het geval dan werkt de communicatie tussen de tablet en GCS-server niet meer vanaf het kantoor netwerk, maar alleen van buiten de kantooromgeving. Uw systeembeheerder kan u daarover informeren.